24-09-20
De perfecte loonstrook
24-09-20
**TRING** (Op kantoor gaat de telefoon over) Ik neem de telefoon op en krijg een medewerker aan de lijn. Ze stelt me een vraag over…
10-04-12
Interviews met potentiële daders
Het bijzondere van dit onderzoek is dat 42 (potentiële) daders zijn geïnterviewd, variërend van gedetineerde veelplegers tot risicojongeren. De gedetineerde daders, allen ervaren criminelen of veelplegers, blijken goed op de hoogte van het cameratoezicht: de plaatsen waar de camera’s hangen, de technische mogelijkheden, de tijden waarop wordt uitgekeken, de kwaliteit van de beelden en de bruikbaarheid ervan.
De berekenende daders laten zich meestal niet afhouden van het plegen van delicten, maar passen wel hun gedrag aan. Ze proberen buiten het zicht van de camera’s te blijven en herkenning te bemoeilijken. Bovendien maken ze gebruik van tijden waarop niet wordt uitgekeken en kennen ze de beperkingen van de camera’s bij bijvoorbeeld drugsdelicten. Indien mogelijk zullen ze delicten elders plegen. Onder de veelplegers komen ook impulsieve daders voor, zij trekken zich juist weinig van camera’s aan.
Cameratoezicht niet zinloos
Dat cameratoezicht niet altijd voor preventie van criminaliteit kan zorgen betekent niet dat het zinloos is. Vanuit het perspectief van de politie heeft cameratoezicht, drie functies:
Door deze functies te verbinden met het type dader kunnen toezichthouders keuzes maken in de manier waarop zij camera’s inzetten en de effectiviteit vergroten. Het onderzoeksrapport kan helpen om het type dader te herkennen.
Het onderzoek is verschenen in de reeks Politiekunde en is te downloaden op de website Politie & Wetenschap (Publicaties – Politiekunde – 2012)
Bron: Het CCV 5 april 2012